Acm.nl gebruikt cookies om het gebruik van de website te analyseren en het gebruikersgemak te verbeteren. Lees meer over cookies

Samenwerking bij dreigend faillissement zorgaanbieder

Zorgverzekeraars mogen samenwerken als een zorgaanbieder failliet dreigt te gaan. U mag samenwerken in de volgende situatie:

  • Een zorgaanbieder gaat door geldproblemen binnen een half jaar failliet als de zorgverzekeraars niet ingrijpen
  • én na het faillissement kunnen 1 of meer zorgverzekeraars bepaalde zorg uit het basispakket niet meer in de regio aanbieden, waardoor hun zorgplicht in gevaar komt
  • én zorgverzekeraars kunnen ieder voor zich het faillissement niet voorkomen.

U beoordeelt zelf of er sprake is van deze situatie. Alleen als de situatie voldoet aan deze 3 punten mag u bij een dreigend faillissement van een zorgaanbieder samenwerken met andere zorgverzekeraars.

De samenwerking mag niet verder gaan dan nodig is om het faillissement te voorkomen. U mag met andere zorgverzekeraars:

Overleggen

Zorgverzekeraars mogen elkaar laten weten dat een zorgaanbieder failliet dreigt te gaan. Zij mogen ook in overleg met de zorgaanbieder afspreken hoe zij dit communiceren aan patiënten en verzekerden.

Oplossingen bespreken

Zorgverzekeraars mogen met elkaar de situatie onderzoeken. Zij mogen bijvoorbeeld bekijken of het alleen gaat om een geldprobleem op korte termijn. Of dat het een blijvend probleem is.

Zij mogen met elkaar bedenken hoe de zorg beschikbaar kan blijven. Bijvoorbeeld hoe zij patiënten bij andere aanbieders kunnen plaatsen als de zorgaanbieder failliet gaat. En zij mogen ideeën voor oplossingen bespreken met andere belangrijke betrokken partijen. Denk aan: patiëntenorganisaties, andere zorgaanbieders en gemeenten.

Samen financieren

Zorgverzekeraars mogen afspraken maken over hoe zij de zorgaanbieder financieel kunnen helpen. Zij mogen bijvoorbeeld samen 1 keer een bedrag betalen (een “lump sum”), zodat de zorgaanbieder voldoende zorg kan blijven aanbieden. Zo kunnen zorgverzekeraars het best met elkaar blijven concurreren.

Zorgverzekeraars mogen ook de inkoopprijzen verhogen, zodat de zorgaanbieder kan blijven bestaan. Zij moeten dan wel aantonen waarom dat de beste manier is om de zorgaanbieder te helpen.

Maakt u afspraken om de prijzen te verhogen? Laat iedere zorgverzekeraar dan zoveel mogelijk zelf de prijzen bepalen. Bepaal bijvoorbeeld zelf met welk bedrag u de prijzen verhoogt. Of spreek percentages voor prijsverhoging af in plaats van de precieze prijzen. Beschrijf waarom de afspraken nodig zijn in een zelfonderzoek (een “self-assessment”). Een “trusted third party” (TTP) kan helpen om het totale bedrag te berekenen dat nodig is om de zorgaanbieder te laten bestaan. En om het aandeel van elke zorgverzekeraar daarin te bepalen.

Zorg anders organiseren

Zorgverzekeraars mogen afspraken maken om de zorg anders te organiseren. Bijvoorbeeld:

  • Zij mogen zorg verplaatsen van andere zorgaanbieders naar de zorgaanbieder die failliet dreigt te gaan. Die krijgt dan weer meer geld binnen, waardoor hij kan blijven bestaan.
  • Zij mogen afspreken dat de zorgaanbieder zich gaat richten op bepaalde typen zorg, zodat hij kan blijven bestaan en in de toekomst weer voldoende geld heeft.
  • Zij mogen afspraken maken over gecontroleerde afbouw van zorg als de aanbieder inderdaad failliet gaat. Dat betekent dat zij afspreken hoe ze de zorg van die aanbieder stap voor stap verminderen of verplaatsen naar andere zorgaanbieders.

Maakt u afspraken over het anders organiseren van zorg? Schrijf in een self-assessment op waarom deze afspraken op deze manier nodig zijn. Spreekt u bijvoorbeeld samen af om bepaalde behandelingen te verplaatsen van andere zorgaanbieders naar een zorgaanbieder die failliet dreigt te gaan? Patiënten krijgen daardoor minder keuze, omdat zij deze zorg niet meer kunnen krijgen bij andere zorgaanbieders. Beschrijf dan waarom het niet voldoende is om samen een lump sum te betalen of voor langere tijd een hogere prijs af te spreken.

Hebben uw afspraken gevolgen voor patiënten? Geef ze dan op tijd informatie over wat er verandert.

Hoe organiseert u de samenwerking?

  • Elke zorgverzekeraar bepaalt zelf of hij meedoet aan de samenwerking.
  • De samenwerking tussen de zorgverzekeraars is tijdelijk en mag niet langer duren dan nodig om te zorgen voor voldoende zorg in de regio.
  • De afspraken die u maakt gaan niet verder dan nodig is. U mag bijvoorbeeld niet méér concurrentiegevoelige informatie uitwisselen dan nodig is om de afspraken te maken. Het is niet nodig dat alle zorgverzekeraars de contractvoorwaarden tussen zorgverzekeraars en zorgaanbieder zien. U kunt een trusted third party vragen om u te helpen.
  • U legt uw beoordeling van de situatie en uw afspraken vast in een self-assessment. Beschrijf welke keuzes u heeft gemaakt en waarom deze nodig zijn.
  • U vertelt betrokken partijen welke afspraken u wilt maken en u bespreekt uw keuzes goed met hen. Denk aan: patiënten, gemeenten, andere zorgverzekeraars en zorgaanbieders in de regio.

U hoeft uw beoordeling van de situatie en uw afspraken niet aan de Autoriteit Consument & Markt (ACM) te melden. U kunt ons wel vragen stellen of met ons overleggen. Neem contact op met ons zorgteam via vragen [punt] zorg [at] acm [punt] nl.

Voorbeeld: een ziekenhuis in financiële nood

Wat is de situatie?

Een middelgroot ziekenhuis heeft grote geldproblemen en gaat zonder ingrijpen binnen een half jaar failliet. Als het ziekenhuis moet sluiten, kunnen de zorgverzekeraars niet meer aan alle verzekerden in de regio alle zorg uit het basispakket op een redelijke reisafstand bieden. De verzekeraars kunnen ieder voor zich een faillissement van het ziekenhuis niet voorkomen.

Wat doen de zorgverzekeraars?

De betrokken zorgverzekeraars laten een trusted third party uitzoeken hoeveel geld het ziekenhuis in totaal nodig heeft om te kunnen blijven bestaan. Dit externe bureau toont aan dat 1 keer een lump sum voldoende is om het ziekenhuis te helpen.

Het externe bureau heeft onderzocht welke zorg het ziekenhuis het beste kan leveren. Bijvoorbeeld door uit te zoeken hoeveel extra patiënten het ziekenhuis kan behandelen om meer inkomsten te krijgen. En hoe groot de aantallen patiënten en hoe hoog de prijzen in ziekenhuizen in de buurt zijn. Het externe bureau schrijft hierover een rapport. De zorgverzekeraars geven hun concurrentiegevoelige informatie alleen aan het externe bureau en niet aan elkaar. En zij blijven los van elkaar onderhandelen over prijzen en aantallen behandelingen (“volume”).

De zorgverzekeraars maken op basis van het rapport van het externe bureau deze afspraken:

  • Zij betalen 3 jaar lang een bepaald bedrag aan de zorgaanbieder.
  • Voor een aantal specialismen verplaatsen zij volume vanuit andere ziekenhuizen, zodat er meer patiënten gaan naar het ziekenhuis dat failliet dreigt te gaan.
  • Zij beoordelen de situatie regelmatig en beslissen na 3 jaar of de afspraken nog nodig zijn.
  • Zij bespreken hun keuzes goed met patiënten, zorgaanbieders en andere betrokken partijen. Deze partijen steunen de aanpak van de zorgverzekeraars.

Mag dit binnen de concurrentieregels?

De zorgverzekeraars hebben de situatie en de afspraken goed onderzocht. Zij houden voldoende ruimte om hun eigen prijzen en aantallen behandelingen te bepalen. Zij bespreken hun keuzes goed met patiënten en andere betrokken partijen. En zij evalueren hoe lang de samenwerking nodig is. Daarom mogen zij in dit voorbeeld op deze manier samenwerken om de zorg in de regio beschikbaar te houden.

Afspraken over betere zorg

Zorgverzekeraars mogen ook samen afspraken maken over betere zorg of beschikbaarheid van zorg. Meer informatie leest u in:

Vragen of signalen voor de ACM?

Ziet u een vorm van samenwerking tussen zorgverzekeraars die misschien nadelig is voor patiënten en verzekerden? Maken bijvoorbeeld concurrenten afspraken over prijzen of premies? Meld dit dan bij de ACM.

Heeft u vragen over ons toezicht in de zorgsector? Mail dan ons zorgteam direct via vragen [punt] zorg [at] acm [punt] nl.

Afspraken voor goede zorg

Zorgaanbieders werken samen om goede en doelmatige zorg te leveren. De concurrentieregels geven daarvoor veel ruimte. Maar sommige afspraken zijn niet in het belang van patiënten en beperken de concurrentie. Daardoor kan de zorg duurder en slechter worden, en is er minder keuze voor patiënten. Zulke afspraken zijn verboden.